Voormalig hoofd VDC Edsel Gumbs wint zaak tegen overheid

WILLEMSTAD — Rechter Maroeska Scholte heeft gisteren de bezwaren (deels) gegrond verklaard, die ex-hoofd van de Veiligheidsdienst Curaçao (VDC) Edsel Gumbs heeft gemaakt tegen zijn ontslag.
 
Hij spande een zaak aan tegen de overheid (en de ministers van Algemene Zaken en Justitie) en de gouverneur van het land, die de bezwaren niet gemotiveerd hadden betwist. Scholte vernietigde het ongeschiktheidontslag (besluit van 29 november 2013). Het feit dat er sprake is van een vertrouwensbreuk, was voldoende reden voor de rechter om het ontslag wel in stand te laten.
 
“Op basis van de stukken van het dossier en het behandelde ter zitting, concludeert het Gerecht dat genoegzaam vast staat dat sprake is van verstoorde verhoudingen”, staat in het vonnis. Bovendien krijgt Gumbs een beëindigingsvergoeding gelijk aan twaalf keer zijn laatstgenoten netto-maandbezoldiging.
 
De behandeling van de zaak vond plaats op 17 oktober vorig jaar. Gumbs gaf ter zitting aan niet terug te willen keren, maar handhaafde zijn bezwaar tegen de primair gekozen ontslaggrond, oftewel ongeschiktheid en onbekwaamheid voor de functie.
 
Hij werd sinds 2010 meermaals, ook nadat het Gerecht diverse besluiten had vernietigd, steeds door het kabinet-Schotte de toegang ontzegd tot overheidsgebouwen. Vervolgens kreeg hij van het zakenkabinet-Hodge per 1 december 2013 eervol ontslag als hoofd van de VDC, vanwege onbekwaamheid of ongeschiktheid en/of vertrouwensbreuk, onder toekenning van een beëindigingsvergoeding gelijk aan twaalf keer zijn laatstgenoten netto-maandbezoldiging. Ook tegen dit laatste besluit maakte Gumbs bezwaar, waarop Scholte gisteren een beslissing nam.
 
Gumbs stelde in zijn bezwaar dat het hem door een ongeschiktheidontslag zo goed als onmogelijk wordt gemaakt om op termijn een nieuwe functie bij de politie (waar hij eerst werkzaam was), dan wel ergens anders te vinden. Voorts meende hij dat de toegekende vergoeding te gering is geweest.
 
7 verwijten
 
Samenvattend werd Gumbs verweten
(1) dat hij de formateur (Gerrit Schotte, red.) en partijleiders op 4 oktober 2010 onjuist heeft geïnformeerd,
(2) dat hij gehandeld heeft in strijd met artikel 3 lid 3 van de VDC-landsverordening,
(3) dat hij zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden,
(4) dat hij welbewust en doelgericht opdracht heeft gegeven om belastende informatie over de toenmalige oppositiepartijen te verzamelen, welke informatie zonder de bij de VDC noodzakelijke controles terecht is gekomen in een memo die is gelekt en
(5) dat hij opdracht heeft gegeven om gegevens aan de dienst te onttrekken. Hij wordt ook verweten
(6) dat hij tijdens zijn toegangsontzegging het team belast met bijzondere middelen van de VDC verzocht om informatie te verschaffen en
(7) dat hij tevens tijdens die periode contacten met derden heeft gehouden, wijzende op het verstrekken van geclassificeerde gegevens van de VDC aan anderen dan bevoegden.
 
Motivering
 
Het had volgens de rechter op de weg van verweerders (onder meer de overheid) gelegen om het eerste verwijt gemotiveerd te betwisten. “De enkele stelling dat uit onderzoek is gebleken dat de screening in het verleden niet heeft plaatsgevonden aan de hand van de Staat van Inlichtingen volstaat niet.” De rechter gaat ervan uit dat Gumbs gehandeld heeft, conform hetgeen gebruikelijke was.
 
Verder zou Gumbs conform het tweede verwijt nagelaten hebben de ministers van AZ en Justitie te informeren over het businessplan van 4 juni 2010 en de gedane aangiftes. Volgens de rechter is niet betwist dat Gumbs afspraken heeft gemaakt met Schotte en dat deze afspraken tussen 11 oktober 2010 en 27 oktober 2010 door toedoen van Schotte zelf, niet zijn doorgegaan. “Niet gesteld noch gebleken is dat klager (Gumbs, red.) de ministers informatie heeft onthouden die in de uitoefening van hun functie van belang kon zijn, of dat het businessplan en de lopende onderzoeken waaruit de aangiftes waren voortgevloeid, acute aandacht van de ministers vroegen.” Volgens de rechter is aannemelijk dat Gumbs meende dat later te doen en dat hij ‘daarbij natuurlijk niet heeft kunnen voorzien dat hij niet meer dan zeventien dagen zou dienen onder de nieuwe ministers’.
 
Ook het verwijt dat Gumbs zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden door stukken bij de ambtenarenrechter in te dienen, heeft Scholte van tafel geveegd. Dit, aangezien Gumbs de documenten niet in de openbaarheid heeft gebracht maar bij het Gerecht heeft overgelegd in het kader van de plaatsvindende bodemprocedure achter gesloten deuren. Tevens heeft de overheid geen bezwaar gemaakt tegen de overlegging hiervan.
 
Dat hij als VDC-hoofd opdracht had gegeven om gegevens van oppositiepartijen te verzamelen, kan op zichzelf niet leiden tot de conclusie dat hij onbekwaam of ongeschikt is, aldus Scholte. En dat die gegevens later zijn gelekt, kan Gumbs ook niet worden verweten.
 
Het ontslagbesluit maakt verder niet duidelijk wanneer Gumbs opdracht heeft gegeven om correspondentie-omslagen die in de VDC-kluis werden bewaard en het archief van het kantoor in St. Maarten te vernietigen. Hierdoor gaat de rechter ervan uit dat dit in de tijd is gebeurd dat Gumbs als hoofd fungeerde. Tevens bestaan er geen regels voor vernietiging van documenten. Gumbs had een zorgplicht om de medewerkers en de gegevens te beschermen. Bovendien was het gebruikelijk om verjaarde gegevens op basis van die zorgplicht te vernietigen, aangezien alle documenten ook digitaal beschikbaar zijn. Gumbs voegde tevens toe dat het archief in St. Maarten in opdracht van de Justitieminister van de Nederlandse Antillen is vernietigd. “Evenmin is gebleken dat, naar verweerders lijken te willen suggereren, Gumbs met de vernietiging kwade bedoelingen had tegen de nieuwe regering.”
 
Verder heeft Gumbs niet betwist dat hij gegevens aan anderen dan bevoegden van de VDC heeft verstrekt. Deze laatste verwijten zijn wel voldoende duidelijk en concreet geformuleerd, aldus rechter Scholte. Echter, het slechts op basis van deze verwijten concluderen tot ongeschiktheid dan wel onbekwaamheid van Gumbs, acht het Gerecht te ver gaand. “Niet alleen zou daarmee uit het oog verloren worden dat de overige verwijten geen stand hebben gehouden, maar voorts ook dat de context van hetgeen wordt verweten, ontbreekt. Aldus schiet de onderbouwing te kort.”
 
Beide partijen hebben dertig dagen de tijd om beroep in te stellen bij de Raad van Beroep Ambtenarenzaken.
 
Amigoe
 
Lees hier het vonnis
 
 
Edsel Gumbs werd in deze zaak vertegenwoordigd door advocaat Melrose Bloem van Melrose Bloem Law Offices. Het Land Curacao werd vertegenwoordigd door advocaten Luigi Virginia en Esther van Veen van HBN Law. 

Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank

THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.

Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang

In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.

Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt

  • Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
  • De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
  • Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.