WILLEMSTAD — Twee werknemers van het St. Elisabeth Hospitaal (Sehos) die de zestigjarige leeftijd hebben bereikt, hoeven niet verplicht met pensioen. Dat heeft de rechter bepaald in een kort geding dat zorgvakbond CBV, namens de twee, tegen het ziekenhuis had aangespannen.

 

Centraal in deze zaak stond artikel 5, lid 5 van de cao van Sehos. Daarin staat dat ‘het dienstverband eindigt op de eerste dag volgende op die waarin de werknemer de zestigjarige leeftijd heeft bereikt conform de wettelijke regeling’. Deze cao liep van januari 2009 tot december 2013. Het dienstverband van de twee werknemers werd begin 2014 beëindigd, nadat zij de zestig waren geworden.

 

De twee werd ook de toegang tot de werkplek ontzegd. Beiden hebben echter aangegeven hun werkzaamheden te willen hervatten, terwijl hun directe afdelingshoofden hebben aangegeven hen graag terug te zien. Sehos biedt werknemers die de zestigjarige leeftijd hebben bereikt de mogelijkheid om door te blijven werken. Dit kan onder meer als hun pensioen minder dan 3000 gulden per maand bedraagt. Hierbij kunnen zij kiezen uit twee opties, namelijk voor drie maanden uit dienst treden en daarna een arbeidsovereenkomst van maximaal twee jaar aangaan, of wel direct een beëindigingovereenkomst van nog eens twee jaar aangaan bij het bereiken van zestig jaar. Maar beide voorstellen werden door de CBV afgewezen.

 

Tijdens de rechtszitting greep CBV terug naar het bewuste artikel 5, lid 5 van de cao. Volgens de vakbond is dit gebaseerd op de bestaande wettelijke regeling en per 1 maart 2013 gaat de wet uit van een pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar. De zaak is ook voorgelegd aan een geschillencommissie. Die schaarde zich achter de visie van de vakbond. Het advies van de commissie is bindend. Sehos voerde op zijn beurt aan dat CBV geen spoedeisend belang heeft en dat toekenning grote financiële gevolgen voor het ziekenhuis met zich mee zal brengen. Ook kan het ziekenhuis zich niet vinden in de uitspraak van de geschillencommissie en gaat zij er tevens van uit dat het geen stand zal houden, wanneer er een uitspraak is in de bodemprocedure die de vakbond in deze zaak heeft ingesteld.

 

In zijn beoordeling stelde de rechter de CBV in het gelijk. De rechter oordeelde dat het advies van de geschillencommissie bindend is in deze zaak. In de cao is verder afgesproken dat partijen slechts naar de rechter kunnen stappen, als de geschillencommissie niet tijdig uitspraak heeft gedaan, wat hier niet het geval was. Ook heeft Sehos geen beroep gedaan om het bindend advies te vernietigen.

 

De rechter oordeelde dan ook dat conform artikel 5, lid 5 van de cao de twee Sehos-medewerkers het recht hebben om na hun zestigste door te blijven werken. “Zij willen dat, zijn daartoe in staat en Sehos heeft plaats voor hen.” De vordering van de rechter is dan ook toewijsbaar. De rechter benadrukt dat zijn uitspraak alleen gevolgen heeft voor de twee betrokken werknemers, en staat niet in de weg dat Sehos met werknemers die op hun zestigste willen stoppen andere afspraken maakt. “Uiteindelijk zal deze materie in de nieuwe cao moeten worden geregeld.” De eis van CBV dat de werknemers een voorschot moeten krijgen op achterstallig loon werd door de rechter afgewezen, omdat dit onvoldoende onderbouwd is.

 

De twee zijn inmiddels weer aan het werk. De bodemprocedure van Sehos in deze zaak loopt nog.

 

Amigoe

 

Foto: Persbureau Curacao