Hof acht horen getuigen nodeloos in zaak Thodé

WILLEMSTAD — Drie rechters van het hof namen drie weken de tijd om zich te buigen over de getuigenverzoeken die advocaat Chester Peterson namens Statenlid Amérigo Thodé (MFK) indiende in de zaak Mantel, over schending van zijn ambtsgeheim.
 
De verzoeken zijn afgewezen. Het hof acht het horen van de getuigen nodeloos.
 
Het gaat hier om dezelfde personen waartegen in januari aangifte werd gedaan, ook voor schending van ambtsgeheim: voorzitter van het College financieel toezicht (Cft) Age Bakker, Hensley Koeiman (MAN), Pais-leden Alex Rosaria (leider), Alison Manuel (medewerker) en Marcolino ‘Mike’ Franco (Statenvoorzitter) en hoofdofficier Heiko de Jong.
 
Ter onderbouwing van het getuigenverzoek voerde Peterson aan dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging van Thodé, omdat het verbod van willekeur, het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod zijn geschonden door hem te vervolgen. Volgens de raadsman is er een structureel patroon van gelijke en vergelijkbare gevallen van schending van het geheim van beraadslagingen of gedachtewisselingen in de vergadering van de vaste commissies van de Staten, waarin het OM niet tot vervolging is overgegaan. Het betrof telkens personen van een andere politieke stromingen dan die van Thodé, aldus Peterson.
 
Dat was ook de reden om op 28 januari jl. – na veroordeeld te zijn tot een voorwaardelijke straf voor schending van zijn ambtsgeheim op 4 september vorig jaar na een besloten vergadering met het Cft – aangifte te doen tegen de Pais-leden, Bakker en Koeiman. Vervolgens heeft hij op 18 maart aangifte gedaan over een reeks van gelijke feiten, alle ter zake van schending van het ambtsgeheim, die vanaf 2011 tot en met afgelopen maart hebben plaatsgevonden.
 
Volgens Peterson kan, door de genoemde getuigen te horen, worden vastgesteld dat sprake is van een (vorm)verzuim, dat leidt tot schending van het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod, en tot niet-ontvankelijkheid van het OM. Dit was ook reden voor het horen van hoofdofficier Heiko de Jong. Hij zou uitleg kunnen geven over de beslissing om Koeiman niet te vervolgen, terwijl die zich in hetzelfde radio-interview heeft uitgelaten, over hetzelfde onderwerp als waarover Thodé zich heeft uitgelaten.
 
Het hof verduidelijkte aan de verdediging dat uitgangspunt is, dat de officier van jusitie beslist of tot vervolging wordt overgegaan. “Van schending van het gelijkheidsbeginsel is eerst sprake bij afwijking van een bestendig patroon van beslissingen in een groot aantal vergelijkbare gevallen. Voorwaarde om schending van het discriminatieverbod aan te nemen is, dat op ongeoorloofde wijze onderscheid is gemaakt bij het nemen van vervolgingsbeslissingen. Aan het oordeel tot het om deze reden niet-ontvankelijk verklaren van het OM, worden dan ook zware motiveringseisen gesteld.”
 
En de verdediging heeft het verzoek voor het horen van de getuigen onvoldoende onderbouwd, aldus het hof. Zo hebben zij geen concrete feiten en omstandigheden genoemd, waaruit kan blijken dat de genoemde beginselen of andere normen zijn geschonden bij het nemen van de beslissing om Thodé te vervolgen. Peterson heeft ook geen inzicht verschaft over wat de verzochte getuigen zouden kunnen verklaren over de vraag of ze al dan niet worden vervolgd wegens schending van de tijdens de commissievergadering geldende geheimhoudingsplicht. “Daarmee is de relevantie van het horen van de getuigen niet adequaat onderbouwd, omdat vaststaat dat dit niet het geval is”, aldus het hof. Verder heeft Peterson onvoldoende toegelicht welke concrete onderwerpen de getuigen kunnen verhelderen.
 
De rechters hebben ook rekening gehouden met het feit dat er alleen tegen Thodé aangifte is gedaan. “De aangiften die hij na zijn veroordeling heeft gedaan, hebben vooralsnog geen relevantie, nu deze nog in behandeling zijn bij het OM en er dus nog geen vervolgingsbeslissing is genomen.” Voorts kan de enkele reden om Koeiman niet te vervolgen niet leiden tot de conclusie dat sprake is van schending van de beginselen, aldus het hof.
 
De verdediging had een tweede stelling om de Pais-leden, Bakker en Koeiman te horen: Zij kunnen bevestigen dat de vergadering van de vaste commissie van 4 september vorig jaar met het Cft geen besloten vergadering was, nu deze vergadering verschillende aanwezigen kende, die geen lid zijn van deze commissie en geen toestemming hadden gekregen van de vaste commissieleden.
 
Dat dit klopt, blijkt uit het dossier. Maar Peterson heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit blijkt, dat er geen toestemming is verleend, aldus het hof.
 
De zaak zou op 2 juni aanstaande inhoudelijk worden behandeld door het hof, maar Thodé is op die dag afwezig, in verband met het Interparlementair Koninkrijksoverleg. Een andere datum voor de behandeling wordt later bekendgemaakt.
 
Amigoe

Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank

THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.

Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang

In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.

Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt

  • Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
  • De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
  • Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.