Uitspraak GHvJ: Ontslag creche werkneemster vanwege corrigerende tik niet disproportioneel

WILLEMSTAD - De leiding van een crèche had een kleuterleidster ontslagen wegens het slaan van een kind. De werkneemster had daarvoor achteraf toestemming gekregen van de moeder van het kind. Pas in hoger beroep ging de rechter mee in het betoog van de advocaat van de crèche dat het slaan van kinderen niet mag, zelfs geen corrigerende tik. Het ontslag was dus terecht gegeven. 

Eerder had een lagere rechter bepaald dat het ontslag niet geldig was, juist omdat er slechts sprake was van een corrigerende tik met medeweten van de moeder. Maar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie zegt nu duidelijk: het slaan van kinderen wordt niet getolereerd. Het ontslag van de kleuterleidster was mede uit oogpunt van preventie passend en niet disproportioneel. Volgens de advocaat van de school staat deze zaak echter niet op zichzelf: 'het slaan van kinderen gebeurt dagelijks op Curaçao'.
 
Het Gemeenschappelij Ho van Justitie heeft in haar uitspraak o.a. het volgende overwogen:
(…) In de ‘Concluding observations’ betreffende het Koninkrijk der Nederlanden van het Committee on the Rights of the Child, fiftieth session, Consideration of Reports submitted by States Parties under article 44 of the convention, CRC/C/NLD/CO/3, 27 march 2009, wordt onder meer opgemerkt (te raadplegen op www.ohchr.org): 
Corporal punishment
36. The Committee is concerned that corporal punishment in the home is not prohibited in Aruba, and that it is still being used at schools, day-care centres and in the home in the Netherlands Antilles.
37. The Committee recommends that the State party prohibit corporal punishment by law and enforce the prohibition in all settings, including in the family, the schools and out of home placements. It also recommends that the State party conduct awareness-raising campaigns and parenting education programmes to ensure that alternative forms of discipline are used, in a manner consistent with the child’s human dignity and in conformity with the Convention, especially article 28, paragraph 2, while taking due account of general comment No. 8 (2006) on the right of the child to protection from corporal punishment and other cruel or degrading forms of punishment.’ 
 
(…) Het lichamelijk straffen van kinderen op school (en het dreiging daarmee) staat eveneens op gespannen voet met het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), waaraan Curaçao eveneens gebonden is, en wel met artikel 3 EVRM (‘vernederende behandelingen of straffen’), artikel 8 EVRM (‘recht op respect voor zijn privé leven’), artikel 2, eerste volzin, Protocol nr. 1 EVRM (‘recht op onderwijs’) en artikel 2, tweede volzin, Protocol nr. 1 EVRM (‘recht van ouders om zich van die opvoeding en van dat onderwijs te verzekeren, die overeenstemmen met hun eigen godsdienstige en filosofische overtuigingen’). Voorts geldt sedert 10/10/10 ingevolge artikel 13 van de Staatsregeling van Curaçao dat ieder – waaronder het kind – behoudens bij of krachtens landsverordening te stellen beperkingen, recht heeft op onaantastbaarheid van zijn lichaam. 
 
(…) Het slaan van kinderen gaat ver terug en heeft een taai leven. De uitdrukkelijke sanctionering van het verbod van lichamelijke bestraffing op een school of crèche door een ontslag op staande voet, zoals in casu door de stichting is geschied, is, mede uit oogpunt van preventie, passend en niet disproportioneel. 
 
(…) Dat in casu de lichamelijke bestraffing (achteraf) met instemming van een ouder heeft plaats gevonden (zie de verklaring van de werkneemster, hierboven rov. 3.1, tweede volzin) maakt niet dat niet sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet. Dit geldt te meer nu het in artikel 19 van het Verdrag inzake de rechten van het kind neergelegde verbod van geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling zich ook richt tegen ouders (alsmede voogden en pleegouders). Inmiddels is zulks uitdrukkelijk neergelegd in artikel 1:247, tweede lid, tweede volzin, van het Burgerlijk Wetboek. 
 
(…) Bij de beantwoording van de vraag of de aan het ontslag op staande voet ten grondslag gelegde redenen als dringend hebben te gelden, moeten mede de persoonlijke omstandigheden van de werkneemster worden betrokken, zoals haar leeftijd en de gevolgen die het ontslag voor haar zou hebben. Maar ook indien deze gevolgen ingrijpend zijn, kan een afweging van deze persoonlijke omstandigheden tegen de aard en ernst van de dringende reden tot de slotsom leiden dat een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is (vgl. HR 21 januari 2000, LJN AA4436, NJ 2000/190, P. v. Hema). In het onderhavige geval had de stichting voldoende zwaarwegende redenen om haar beleid tegen lichamelijke bestraffing door het eigen personeel strikt te handhaven. In het onderhavige geval kunnen de aan het ontslag ten grondslag gelegde redenen dit ontslag ook overigens dragen nu de werkneemster van dat beleid op de hoogte was. De gevolgen die dit ontslag voor de werkneemster heeft, kunnen niet afdoen aan de gerechtvaardigdheid daarvan, nog daargelaten de stelling van de stichting ter zitting in hoger beroep dat het haar in deze zaak om het principe te doen is, niet om terugbetaling van de werkneemster te verkrijgen van de drie maanden salaris die deze op grond van de bestreden beschikking heeft ontvangen. 
 

Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank

THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.

Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang

In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.

Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt

  • Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
  • De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
  • Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.