UTS wint weer zaak tegen uitzendkrachten

WILLEMSTAD - Uitzendkrachten, die door UTS en haar dochtermaatschappij TDS worden ingezet, zijn niet in dienst van het lokale dochterbedrijf, maar van het uitzendbureau waar ze geregistreerd zijn. Dit heeft de rechter bepaald in een bodemprocedurezaak, die zeven uitzendkrachten tegen UTS/TDS en de uitzendbureaus Angeru Construction en Dutch Caribbean Special Services (DCSS) hadden aangespannen.

De zaak van gisteren heeft betrekking op een aantal uitzendkrachten die stellen dat zij, na de eerste twaalf maanden middels een uitzendbureau bij UTS/TDS te zijn ingezet, in dienst van het lokale telecombedrijf zijn getreden. Door de gang naar de rechter willen de aanklagers een uitspraak, waarin bevestigd wordt dat zij met terugwerkende kracht in dienst van UTS moeten worden genomen.

Zowel Angeru als DCSS gaven verder aan dat zij gehouden zijn om hun werknemers door te betalen, tot deze arbeidsovereenkomsten rechtsgeldig zijn beëindigd, en dat zelfs mocht het contract met UTS niet worden verlengd, zij verplicht zijn om het personeel ergens anders onder te brengen. Tijdens de zitting droegen Angeru en DCSS, maar ook UTS en TDS bewijzen aan om te tonen dat de aanklagers niet op de loonlijst van het telecombedrijf staan.

De rechter constateerde dat het voor alle aanklagers duidelijk moest zijn dat zij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bij de uitzendbureaus hebben en dat zij dan ook niet zomaar ontslagen kunnen worden. In zijn vonnis nam de rechter het woord ‘ontslagbescherming’ op. “Het voorgaande brengt verder met zich mee dat de aanklagers destijds met hun werkzaamheden bij UTS en TDS zijn begonnen krachtens hun arbeidsovereenkomsten met Angeru of DCSS en overeenkomsten tussen Angeru, DCSS en UTS of TDS, waarbij zij werden ingeleend. Angeru en DCSS verrichten immers zelf geen werkzaamheden, maar zijn bedrijven die werknemers uitzenden. De aanklagers mochten dan ook niet in redelijkheid erop vertrouwen dat zij in dienst kwamen van UTS of TDS.

In this case UTS and TDS were represented by mr. Thomas Aardenburg of Soliana Bonaparte Aardenburg and mr. William ten Veen of BBV Legal. The temporary employees were represented by mr. Gerrit Scheper and mr. Saran Inderson of Scheper Inderson Attorneys at Law on Curacao.

Related articles:

- Uitzendkrachten verliezen kort geding tegen UTS en TDS

- Temporary employees at UTS go to court 

Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank

THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.

Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang

In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.

Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt

  • Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
  • De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
  • Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.