De Rechter-commissaris heeft in het belang van het onderzoek zijn gevangenhouding bevolen voor 60 dagen, waartegen hij bij het Hof (3 rechters) in beroep is gegaan.

 

Het Hof heeft de zaak onderzocht maar het beroep afgewezen. Het Openbaar Ministerie was tijdens de behandeling vertegenwoordigd door waarnemend Procureur-Generaal.

 

De gronden die tot het bevel tot voorlopige hechtenis hebben geleid, bestaan volgens het OM nog altijd. Terwijl naar het oordeel van het Hof de persoonlijke omstandigheden van de verdachte niet klemmend genoeg zijn om de voorlopige hechtenis te schorsen. "Het strafvorderlijk belang weegt in dit geval zwaarder dan het persoonlijk belang van de verdachte", aldus de Beschikking van het Hof.

 

R. blijft dus, voorlopig tot de behandeling van zijn rechtszaak, conform het vonnis van het Hof gedetineerd in het Huis van Bewaring in Curaçao.