Europese bedrijven willen bescherming tegen Chinese opkopers

BRUSSEL - Brussel moet Chinese investeringen in Europese bedrijven standaard aan de poort screenen. Daarvoor pleit de Europese Kamer van Koophandel (EuCham) in een rapport dat vandaag verschijnt.
 
Zonder screening is sprake van een ongelijk speelveld, omdat een deel van de Chinese bedrijven dankzij overheidssteun beschikken over diepe zakken. Concurrenten kunnen daar moeilijk tegenop boksen. Bovendien zullen bedrijven die geheel of deels in overheidshanden zijn, primair de belangen van de Chinese staat dienen.
 
‘Europa moet openblijven voor buitenlandse investeringen, Chinese investeringen zijn zeer welkom’, zegt EuCham-voorzitter Jörg Wüttke. ‘Maar we willen wel dat Brussel zich afvraagt of het bedrijven die duidelijk onderdeel zijn van een overheidsplan toegang moet verlenen.’
 
Goedkope geldbronnen
Onder de vlag van het in 2015 gelanceerde stimuleringssprogramma ‘Made in China 2025’ (zie kader) zijn Chinese bedrijven de afgelopen jaren op grote schaal op koopjesjacht gegaan, onder meer in Europa. EuCham, dat Europese bedrijven met Chinese activiteiten vertegenwoordigt, concludeert voorafgaand aan de presentatie van het rapport dat Europese bedrijven daartegen beschermd moeten worden. Zeker omdat het vaak gaat om bedrijven die kunnen leunen op goedkope geldbronnen van de overheid en daarmee een ongelijk speelveld creëren.
 
‘In Europa hebben we de macht van staatsbedrijven teruggedrongen’, zegt Wüttke, in een uitgebreid gesprek met enkele journalisten in het kantoor van EuCham in Peking. ‘Via de achterdeur komen die staatsinvloeden nu weer terug. Het heeft geen zin om een muur om Europa heen te bouwen, ik wil waken voor populisme. Maar waar het gaat om shoppen om overheidsdoelstellingen in te vullen, is screening op zijn plaats.’
 
Met private initiatieven, zoals de overname in 2010 van Volvo door het Chinese Geely, heeft Wüttke totaal geen moeite. ‘Bij bedrijven die een staatsagenda hebben is dat een ander verhaal’, zegt de Duitser. ‘Aandeelhouders van een Europese prooi verwelkomen de Chinezen vaak. Dergelijke bedrijven hebben de neiging fors hogere overnamepremies te betalen. Maar voor het systeem als geheel is het lang niet altijd wenselijk. De schade voor concurrenten, klanten of toeleveranciers kan enorm zijn.’
 
Beperkte openstelling
De frustratie bij de achterban van EuCham valt deels terug te leiden naar het feit dat markttoegang voor Europese bedrijven in China ondanks beloftes tot verdere openstelling van de markt beperkt blijft. ‘Investeringen van Europese bedrijven in China zijn zelfs tanende’, zegt Wüttke.
 
Afgelopen jaar investeerden Europese bedrijven voor € 8 mrd in China. Andersom investeerden Chinese bedrijven voor € 35 mrd in Europa, een stijging van 77%. Binnen de plannen van Made in China 2025 werkt Peking toe naar het expliciete doel om voor 70% zelfvoorzienend te zijn waar het gaat om basiscomponenten en materialen. Wüttke: ‘Met dergelijke signalen trekt men zeker geen nieuwe investeringen aan.’
 
Grote dosis terughoudendheid
In een werkrapport van premier Li Keqiang, afgelopen zondag bij de aftrap van het jaarlijkse Volkscongres gepresenteerd, benadrukte Peking meermaals dat buitenlandse bedrijven aanspraak mogen maken op dezelfde voorkeuren als Chinese bedrijven. ‘China’s deur gaat verder open, we zullen hard werken om China de meest aantrekkelijke bestemming te maken voor buitenlandse investeringen’, zei Li.
 
Wüttke zegt dat te betwijfelen. ‘We zijn de laatste jaren vaak teleurgesteld. Na jaren van beloftes behandelen Europese bedrijven toezeggingen ten aanzien van het creëren van een gelijk speelveld met een grote dosis terughoudendheid. We houden het leiderschap aan hun woord, ook terugdenkend aan de toespraak die president Xi Jinping recent gaf in Davos. Maar men moet de daad wel bij het woord voegen.’
 
De actieve staatssteun voor het expansiegedreven Chinese bedrijfsleven krijgt in zekere zin navolging in de Verenigde Staten. Toch laat Made in China 2025 zich op de meeste fronten niet vergelijken met het ‘America First’-credo van het Witte Huis, meent Wüttke. Vooral omdat er bij de Chinezen sprake is van een concreet plan, met duidelijke doelstellingen. Hij vergelijkt China daarom liever met Duitsland. Beide landen concurreren om de status van exportkampioen. Maar terwijl de Chinese benadering tamelijk top-down is en vanuit de overheid komt, is in Duitsland met zijn Industrie 4.0-programma juist sprake van een bottom-upbenadering door het bedrijfsleven. Het zou beter zijn voor China als ze die aanpak zouden volgen. En ze kunnen het: kijk naar bedrijven als Alibaba, Huawei en Tencent.’
 
‘Made in China 2025’: de grote opwaarding
De Chinese maakindustrie is groot, maar niet sterk. En het ontbreekt de Volksrepubliek aan bedrijven die internationaal kunnen meedingen, constateerde president Xi Jinping in 2014 tijdens een toespraak voor een grote groep Chinese wetenschappers. ‘China’s capaciteit voor binnenlandse innovatie, en originele innovatie in het bijzonder, is zwak. In cruciale sectoren en sleuteltechnologieën zijn we afhankelijk van anderen, dat is nog niet veranderd.’
 
Wat volgde in mei 2015 was Made in China 2025: een masterplan dat van Chinese bedrijven hoogwaardige technologische wereldspelers moet maken. Fabrikanten van robotica bijvoorbeeld, of van agriculturele machines, medische apparatuur en halfgeleiders.
 
Het komt neer op een opwaardering van de oude industrie, zegt Luo Jianbin, hoogleraar en dean van het Research Institute for Advanced Equipment in Tianjin. ‘In 2012 hebben we de Amerikanen verslagen op het gebied van productiecapaciteit. Maar de industriële waarde van de output bleef beperkt’, zegt hij op de campus van het onderzoeksinstituut in Dongli, een wijk aan de oostkant van Tianjin. Als Chinese bedrijven willen profiteren van lagere productiekosten en het milieu minder schade willen toebrengen, zullen ze geavanceerdere technologie in huis moeten krijgen, zegt Luo.
 
Het onderzoeksinstituut van Luo, feitelijk een dependance van de Tsinghua Universiteit in Peking, draagt daar haar steentje bij, zegt de dean. ‘De lokale overheid geeft ons de mogelijkheid om technologisch onderzoek te doen’, zegt Luo over de overheidssteun die zijn instituut geniet. ‘We zullen de middelen aanspreken om technologie verder te cultiveren. Niet alleen in het doen van onderzoek, maar ook om uitvinders te helpen producten de markt op te krijgen.’
 
Bang voor een wildgroei aan initiatieven, en het risico dat er op te veel plekken in het land fors wordt ingezet op technologische vooruitgang zonder dat daar overal vraag naar is, is hij niet. ‘Wij zijn nog maar in het beginstadium van het ontwikkelen van ondernemerschap vanuit de universiteiten. Als je kijkt naar de Yangtze-rivierdelta, de Parel-rivierdelta en ook hier in de Jingjinji-regio, is er in de verste verte geen overcapaciteit te zien. Als het die kant al op gaat, zal je dat op zijn vroegst pas enkele decennia later gaan zien.’
 
Fd
 

Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank

THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.

Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang

In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.

Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt

  • Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
  • De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
  • Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.