CBCS spande kort geding aan tegen Camelia

WILLEMSTAD — De Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) spande op 20 augustus vorig jaar een kort geding aan tegen Glenn Camelia, voormalig lid van de Raad van Commissarissen (RvC) van de CBCS, zo komt naar voren in stukken die in handen zijn van de Amigoe.
 
De zaak werd echter op 20 januari geroyeerd, zo meldt de rechtbank.
 
De zaak werd volgens de advocaat namens de CBCS, Rob Blaauw van HBN Law, aangespannen omdat Camelia rond 24 mei vorig jaar het schriftelijke commentaar dat hij had overhandigd aan de onderzoekers van PwC, ook naar de Staten had gestuurd. Daarmee zou Camelia, die sinds 31 mei overigens commissaris-af is, volgens de CBCS de geheimhoudingsplicht hebben geschonden. Eis was volgens Blaauw dat Camelia deze geheimhoudingsplicht niet meer zou schenden. De zaak werd echter ingetrokken op verzoek van de CBCS nadat de uitspraak enkele malen was uitgesteld. De intrekking zou volgens Camelia zijn gedaan omdat de CBCS ‘de bui al zag hangen’ en dreigde te verliezen. Volgens Camelia zou hij namelijk helemaal nooit de geheimhoudingsplicht van de CBCS hebben geschonden. Blaauw meldt echter dat de zaak werd ingetrokken omdat Camelia tijdens de rechtszaak aankondigde ‘niets meer te zeggen’ over de CBCS en dit in januari inderdaad al vijf maanden lang niet meer had gedaan. In een reactie stelt Camelia dat deze reden onjuist is, en heeft hij in de rechtszaal helemaal geen toezegging gedaan om de geheimhoudingsplicht niet meer te schenden, omdat hij deze in eerste instantie dus nooit schond. Dit heeft hij ook in een brief aan Blaauw laten weten, die daar verder niet op in wilde gaan.
 
Onderzoek
 
Camelia werd in mei als lid van de RvC door PwC Nederland ondervraagd in het kader van de onafhankelijke audit over de CBCS. Dit onderzoek hadden de vermogensgerechtigden van de CBCS; dat zijn de landen Curaçao en St. Maarten, ingesteld. Tijdens het gesprek met PwC overhandigde Camelia een document met een aantal ‘voorvragen’ en bijlagen, waaronder notulen. Camelia was door de minister van Financiën opgeroepen om volledige medewerking te verlenen aan het onderzoek. De onderzoekers zouden daarbij volgens hem kunnen vragen om relevante documenten. In een begeleidend schrijven vermeldde Camelia vervolgens dat de stukken ook naar de Staten, de rekenkamer en de Rijksministerraad konden worden gestuurd. Camelia heeft bepleit dat hij in zijn recht stond om dat te doen. Immers, de Staten zijn volgens Camelia ‘als hoogste orgaan binnen ons democratisch staatsbestel van het Land Curaçao’ de facto de vermogensgerechtigde. Ook zou er volgens Camelia geen sprake zijn van een geheim, omdat de zaak al uitgebreid in diverse media, internet en via persberichten van de CBCS zelf aan de orde was geweest. De schending van de geheimhoudingsplicht gaat volgens het bankstatuut enkel over instanties die bij de CBCS onder toezicht staan, aldus Camelia, en niet over de zaken waar het hier om gaat.
 
Volgens Rob Blaauw werd de uitspraak in de zaak tegen Camelia meerdere malen op verzoek van de CBCS uitgesteld omdat besloten was te wachten totdat het eindrapport van PwC klaar zou zijn. Dit was steeds niet het geval. “Camelia hoefde niet akkoord te gaan met dat uitstel, hij had gewoon vonnis kunnen vragen als hij zeker was van zijn zaak”, aldus de advocaat. Uiteindelijk stelde de rechter de CBCS voor de keuze om ofwel de zaak in te trekken ofwel de zaak verder te laten gaan, omdat een kort geding niet zo lang aangehouden kan worden.
 
Camelia wilde met zijn stukken aankaarten dat hij niet tevreden was met de gang van zaken rond, en de inhoud van, het onderzoek. Belangrijkste reden was volgens hem dat de RvC al eerder zelf een onderzoek initieerde, met als belangrijkste onderwerp de vermeende ‘onwenselijke, onregelmatige, onrechtmatige en/of strafbare handelingen van bankpresident Emsley Tromp’. Het onderzoek wat er uiteindelijk kwam was ‘vooralsnog’ een onderzoek naar het algemeen functioneren van de CBCS. Met zijn stukken wilde hij nogmaals benadrukken dat Tromp ‘systematisch het onderzoek heeft gedwarsboomd en alle medewerking heeft geweigerd’. 

Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank

THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.

Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang

In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.

Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt

  • Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
  • De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
  • Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.