WILLEMSTAD — De Staten hebben vanochtend tijdens de openbare vergadering over de wijziging van de wetboeken van Strafrecht, Strafvordering en de Opiumlandsverordening 1960, het wetsontwerp hierover aangenomen.

 

Na publicatie van deze wet wordt onder meer het reisverbod voor drugskoeriers van kracht.

 

Het nieuwe Wetboek van Strafrecht van Curaçao en de Invoeringslandsverordening hiervan, zijn zoals bekend op 2 november 2011 vastgesteld. In de laatste zijn de noodzakelijke aanpassingen in de geldende wettelijke regelingen van het land doorgevoerd, ter realisering van een correcte invoering van het strafrechtwetboek. Echter, bij de totstandkoming hiervan is nagelaten om de landsverordeningen, die als bijlage bij de ‘Eilandsverordening vaststelling diverse landsverordeningen Curaçao’ zijn gevoegd, aan te passen aan de nieuwe bepalingen van het Wetboek van Strafrecht.

 

De Raad van Advies heeft uiteindelijk op 28 januari jl., advies uitgebracht op het amendement van Statenleden (voor Pais) Alex Rosaria, Mike Franco, Eugene Cleopa en Marily Moses op dit wetsontwerp, en concludeerde om de voorgestelde wijzigingen alleen bij nota van wijziging te laten doorvoeren. Het advies van de raad werd door de regering (ministers van Justitie en Gezondheid) opgevolgd en de wetstechnische en redactionele onvolkomenheden, zijn hersteld.

 

Middels onderhavig wetsontwerp werden dus correcties verricht ten aanzien van verwijzingen die niet of verkeerd zijn gewijzigd in de Invoeringslandsverordening. Zo is in het wetboek Opiumlandsverordening artikel 12 gevoegd, dat het reisverbod voor drugskoeriers weer mogelijk maakt. Zoals bekend heeft de Hoge Raad eerdere vonnissen, gewezen in strafzaken waarbij als bijzondere voorwaarde reisverbod was opgelegd, meerdere malen afgekeurd. De kernoverweging van de Hoge Raad luidde in november 2008: “Het stellen van die voorwaarde is echter mede in het licht van de verschillende verdragsbepalingen ontoelaatbaar omdat zij, gelet op de duur en de mate waarin zij de verdachte in zijn bewegingsvrijheid beperkt, niet kan worden aangemerkt als een voorwaarde die strekt ter bevordering van een goed levensgedrag van de veroordeelde. Aan een dergelijk ingrijpende inbreuk in de bewegingsvrijheid moet een regeling ten grondslag liggen die voldoet aan eisen van kenbaarheid en voorzienbaarheid. Aan deze eisen voldoet de Antilliaanse strafwetgeving op dit moment niet.” Binnenkort is dat dus wel zo.

 

Ook ten aanzien van de organieke landsverordeningen van het Land Curaçao zijn de noodzakelijke correcties aangebracht. Dit laatste omdat organieke landsverordeningen betrekking hebben op de organen en de organisaties van het land en de overheid acht het belangrijk dat ook deze wettelijke regelingen – die van belang zijn voor het goed functioneren van onze democratie – correct zijn en geen fouten bevatten. Men moet hierbij bijvoorbeeld denken aan te houden verkiezingen van de leden van de Staten als bedoeld in artikel 42 van de Staatsregeling van Curaçao. Voor deze verkiezingen zijn regels in het Kiesreglement Curaçao vastgelegd. De organieke wetten die strafbepalingen bevatten zijn: het Kiesreglement Curaçao, de Landsverordening Algemene Rekenkamer Curaçao, de Landsverordening financiën politieke groeperingen en de Landsverordening vervallenverklaring lidmaatschap Staten.

 

 

Statenlidmaatschap

 

Voor wat betreft de ‘Landsverordening vervallenverklaring lidmaatschap Staten’, geldt een bijzondere procedure. In artikel 5 van deze wet is bepaald dat de Staten een wijziging van die wet alleen kunnen aannemen met ten minste twee derde meerderheid van het aantal leden. Het vereiste van gekwalificeerde meerderheid voor de wijziging van deze wet is nodig omdat het onderwerp hiervan politiek en maatschappelijk gevoelig is, aldus de memorie van toelichting in de Staatsregeling. Indien deze landsverordening niet met de gekwalificeerde meerderheid wordt goedgekeurd, kunnen de wijzigingen geen kracht van wet krijgen.

 

In verband hiermee heeft MFK-Statenlid Amerigo Thode vanochtend een verzoek gedaan aan de overheid (lees demissionair Justitie-minister Nelson Navarro, Pais) om deze wet – die dus lidmaatschap van de Statenleden regelt – apart te behandelen en stelde dat dit tegen de Staatsregeling is. Hij kwam tot die conclusie na overleg met enkele juristen. “Het artikel 7 in de nota van wijziging moet eruit gehaald worden, anders ben ik gedwongen tegen het gehele wetsontwerp te stemmen.”

 

Minister Navarro weersprak de stelling van Thode, maar had wel begrip voor zijn standpunt. Hij had ook geen bezwaar om die wet apart te behandelen. Dit gaat ook gebeuren. Er is hiervoor door de aanwezige juristen – waaronder Joseito Silie van het ministerie van Justitie – een tweede nota van wijziging opgesteld, waarna het wetsontwerp door voorzitter Marcolino ‘Mike’ Franco werd goedgekeurd.

 

Amigoe