CURACAO HEEFT EEN TOEKOMST!

Het komende referendum van 15 mei 2009 leidt tot grote verdeeldheid. Voor- en tegenstanders van het met Nederland bereikte akkoord bestrijden elkaar in scherpe bewoordingen.

Waarom precies de emoties zo hoog oplopen kan ik niet goed doorgronden. De discussies gaan vaak over de vraag of Nederland zich nu wel of niet koloniaal of neokoloniaal gedraagt. Ik snap heel goed dat uitlatingen van diverse Nederlandse politici bij ons slecht vallen. Vooral de toon van deze politici is verkeerd. Hooghartig, bevoogdend en dwingend wordt ons de les gelezen, alsof we kleine kinderen zijn. Het ontbreekt aan respect en aan wederzijds vertrouwen. Over het ontbreken van warme gevoelens voor elkaar heb ik het dan maar even niet.

Op wat die Nederlandse politici ten aanzien van Curacao willen bestaat beduidend minder kritiek: goed onderwijs, deugdelijk bestuur, gezonde overheidsfinanciën, een schoon milieu, veiligheid, een gevangenis die aan de internationale normen voldoet, een goed draaiende economie, betere gezondheidszorg, een goed draaiend politieapparaat, onafhankelijke rechtspraak, enzovoort.

Met wat Nederland op Curacao graag zou zien is ook niets mis. Het is, naast de verkeerde toon, vooral de wijze waarop Nederland dat wil bereiken, die zorgt voor weerstand. In het referendum van 2005 heeft de bevolking van Curacao gekozen voor de status van zelfstandig land binnen het Koninkrijk. Curacao heeft niet gekozen voor de BES-status. Het is met name die gewenste zelfstandigheid die door Nederland onvoldoende wordt erkend en onvoldoende wordt begrepen. Nederland wil ingrijpen, of op zijn minst kunnen ingrijpen, wanneer Nederland dat nodig oordeelt. En daar nu zit het probleem.

Als Nederland, dat eigenlijk niet goed weet om te gaan met dit soort processen, nu eens was begonnen met aan Curacao zelf te vragen hoe men de toekomst ziet en met welk wensenlijstje men aan de besprekingen met Nederland zou willen beginnen. Nederland had vervolgens ook zelf een wensenlijstje kunnen presenteren. Ik zeg uitdrukkelijk ‘wensenlijstje’, omdat je dit soort onderhandelingen beter niet kunt beginnen met het noemen van onderwerpen die als ‘ononderhandelbaar’ worden gepresenteerd.

Er gingen – ten minste – twee dingen fout. Nederland heeft te hard en met de verkeerde toon ingezet bij de onderhandelingen. De politici van Curacao hebben bovendien een eigen interpretatie aan de uitslag van het referendum van 2005 gegeven, door een of twee dagen ná dat referendum te verkondigen dat de nieuwe status van Curacao ‘ten minste gelijk aan Aruba’ (’un status outónomo meskos ku Aruba‘) moest zijn. Maar dat was helemaal geen optie bij dat referendum; dat is er door de politici bijbedacht. De startpositie voor de onderhandelingen werd door het wederzijds innemen van ‘harde’ stellingen direct al bemoeilijkt.

Dit had geen probleem hoeven zijn als een radicaal andere benadering was gekozen voor het vormgeven van de nieuwe status. Ik zal dat aan de hand van een voorbeeld illustreren. Op het lijstje van Nederland stond als belangrijk punt ‘gezonde overheidsfinanciën’. Dat wil in feite zeggen, dat er met name een einde zou moeten komen aan ongecontroleerde uitgaven en het eindeloos oplopen van de overheidsschuld. Met die wens is niets mis en ook de bevolking van Curacao zal daarmee kunnen instemmen. Nederland had aan Curacao kunnen vragen hoe Curacao dat zelf had willen regelen. Curacao had op dat punt begrotings- en andere regels kunnen voorstellen, die deel zouden gaan uitmaken van de toekomstige Curacaose wetgeving. Het uitgangspunt daarbij had behoren te zijn dat Curacao dit zelf behoort te regelen en ook zelf kan regelen. Nederland heeft dit miskend en heeft als uitgangspunt genomen dat financieel toezicht van buiten, lees: grotendeels vanuit Nederland, in het leven geroepen moest worden. Er werd dus al bij voorbaat van uitgegaan dat het zonder dat toezicht van buiten wel mis zou gaan. Daardoor werd afbreuk gedaan aan de principiële gelijkwaardigheid die er had behoren te zijn. De onderhandelingen zijn vervolgens op basis van deze ongelijkwaardigheid gevoerd. Ik vermoed dat daardoor de weerstand tegen bijna alles wat Nederland heeft voorgesteld en in de onderhandelingen heeft ‘binnengesleept’ is ontstaan.

Als de aanpak anders was geweest, dan zou de acceptatie bij ons op Curacao ook groter zijn geweest. De discussie over de aanwijzingsbevoegdheid die Nederland wilde, waarbij de Nederlandse Minister van Justitie zich met de vervolging van individuen op Curacao zou kunnen bemoeien, is daarvan een goed voorbeeld. Niet alleen had Nederland op voorhand kunnen weten dat er juridische bezwaren kleefden aan een dergelijke bevoegdheid, maar met name politiek gezien ging van deze Nederlandse wens een volstrekt verkeerd signaal uit. De alternatieve aanpak die Nederland had kunnen kiezen was afzien van deze wens, in de wetenschap dat het Statuut reeds decennialang een instrument bevat om in te kunnen grijpen als de rechtsorde van Curacao zodanig wordt bedreigd, dat wij op Curacao niet in staat zijn die bedreiging het hoofd te bieden. Dat instrument is ook met de nodige (procedurele) waarborgen omgeven. Maar Nederland wilde meer en krijgt nu zijn zin niet. En al die tijd is de onderlinge spanning onnodig opgelopen.

De aanpak die Nederland heeft gekozen roept weerstand op. Die aanpak geeft ruimte aan mensen die keer op keer Nederland van bijvoorbeeld neokolonialisme beschuldigen. Een beschuldiging die in Nederland hard aankomt en ook niet goed wordt begrepen. Hedendaagse Nederlandse politici moeten niets van kolonialisme of neokolonialisme hebben; integendeel zelfs. Maar de emoties zijn zo hoog opgelopen dat een zinvol debat daarover (bijna) niet meer mogelijk is. Doordat deze emoties er op Curacao zijn en door sommigen ook bewust voor eigen politieke doeleinden worden aangewakkerd, waarbij het verspreiden van misinformatie niet wordt geschuwd, lijkt het hele akkoord met Nederland besmet te zijn. En dat is jammer: want uiteindelijk gaat het er om dat de bevolking van Curacao een betere toekomst krijgt. En het is evident, voor wie het wil zien, dat je mét zo’n akkoord veel meer bereikt en kunt bereiken, dan zonder zo’n akkoord. Daarom heeft ‘ja’ bij het referendum de toekomst.

Nog een enkel woord over de door sommigen gewenste onafhankelijkheid van Curacao. Bij het referendum in 2005 heeft slechts 5% zich voor onafhankelijkheid uitgesproken. Dat is nu dus geen optie. Het zou in de toekomst weer een mogelijkheid kunnen zijn, maar dan zou er eerst een nieuw referendum moeten worden gehouden. Het gaat immers om het zelfbeschikkingsrecht van de bevolking. Dat recht wordt door de bevolking uitgeoefend en kan alleen door de bevolking worden uitgeoefend, en dus niet door de politici. Op dit moment zou onafhankelijkheid ook geen goede optie zijn. Als Curacao zijn we daarvoor te klein en te kwetsbaar. Wie nu onafhankelijkheid wil speelt met vuur. De daaraan verbonden risico’s zijn te groot. Laten we de komende jaren nu eerst maar eens laten zien dat we binnen het Koninkrijk heel goed in staat zijn om onze eigen boontjes te doppen. Intussen kunnen we onderzoeken welke mogelijkheden er in deze regio zijn, denk aan Caricom, voor samenwerking met anderen. En als de tijd wel rijp is, kunnen we altijd een nieuw referendum houden.

Karel Frielink

(Source: Karel's Legal Blog)

April 9, 2009

Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank

THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.

Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang

In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.

Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt

  • Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
  • De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
  • Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.