Het staatsrecht van St. Maarten

 
Door Karel Frielink
 
14 oktober 2015
 
Staatsrechtelijk is het simpel en moeilijk tegelijk
 
 
Dit is simpel:
 
 
 
Artikel 33 Staatsregeling St. Maarten
 
  1. De Minister-President en de overige ministers worden bij landsbesluit benoemd en ontslagen.
  2. Indien een minister het vertrouwen van de Staten niet langer heeft, stelt hij zijn ambt ter beschikking.
  3. Bij landsverordening kunnen nadere regels over het tweede lid worden vastgesteld.
  4. De Staten kunnen een zodanig ontwerp van landsverordening niet goedkeuren of niet besluiten tot voordracht van een zodanig ontwerp dan met twee derden van de stemmen van de zittende hebbende leden.
 
Artikel 40 Staatsregeling St. Maarten
 
  1. Landsverordeningen en landsbesluiten worden ondertekend door de Gouverneur en door een of meer ministers.
  2. Het landsbesluit waarbij de aftredende Minister-President wordt ontslagen en waarbij tevens zijn opvolger wordt benoemd, wordt mede door de laatstgenoemde ondertekend. De landsbesluiten waarbij de overige ministers worden benoemd of ontslagen worden mede door de minister-president ondertekend.
 
Artikel 59 Staatsregeling St. Maarten
 
  1. De Staten kunnen bij landsbesluit worden ontbonden.
  2. Het besluit tot ontbinding houdt tevens de last in tot een nieuwe verkiezing voor de ontbonden Staten en tot het samenkomen van de nieuw gekozen Staten binnen drie maanden.
  3. De ontbinding gaat in op de dag waarop de nieuw gekozen Staten samenkomen.
 
Dit is moeilijker:
 
Had het kabinet Gumbs de Staten moeten horen over het voornemen tot ontbinding? De vraag is hier wat je staatsrechtelijk gezien behoort te doen. Dan gaat het om staatsrechtelijk gewoonterecht (ongeschreven recht) en dat is in St. Maarten nog niet echt ontwikkeld. De Staten is het hoogste politieke orgaan in St. Maarten en heeft dus, in beginsel, het laatste woord. De vraag of de leden van de Staten hadden moeten worden gehoord is door het kabinet Gumbs negatief beantwoord, daarbij gesteund door enkele staatsrechtgeleerden. En voor dat antwoord is ook wel wat te zeggen. Het recht om tot ontbinding over te gaan en het geschil met de Staten aan de kiezer voor te leggen, is immers het spiegelbeeld van de bevoegdheid van de Staten om het vertrouwen in een of meer ministers op te zeggen. Het is een zelfstandige bevoegdheid, waaraan in de Staatsregeling ook geen voorwaarden zijn verbonden.
 
Een andere opvatting is denkbaar. Immers, als blijkt dat in de Staten een meerderheid voor een andere regering bestaat, zou die meerderheid immers in staat moeten worden gesteld een nieuwe regering te vormen. Dat zou ten volle recht doen aan het uitgangspunt dat de (meerderheid van de) leden van de Staten het laatste woord behoren te hebben. Zie hierover bijvoorbeeld C.E. Dip, De Ontbinding van de Staten, Uitgave van de Hogeschool van de Nederlandse Antillen (1975).
 
De rol van de Gouverneur is echter, als gezegd, wettelijk gezien beperkt en hem rest eigenlijk niets anders dan het Landsbesluit strekkende tot ontbinding te tekenen.
 
Dit is weer een makkelijke:
 
Is het mogelijk een demissionair kabinet door een ander te vervangen? Uitgangspunt is dat de Staten het laatste woord in deze discussie behoren te hebben. Zo is dat ook in Curaçao gegaan, alwaar het demissionaire kabinet Schotte is vervangen door het demissionaire interim-kabinet Betrian. Ook een demissionair kabinet kan dus tot opstappen worden gedwongen. Belangrijk is om vast te stellen dat het kabinet wel, maar de Staten niet demissionair zijn, en ook niet demissionair worden als de Staten worden ontbonden. De ontbinding gaat immers pas in op de dag waarop de nieuw gekozen Staten samenkomen.
 
En dit is ook een makkelijke:
 
De (tweede) waarnemend voorzitter van de Staten van St. Maarten heeft verhinderd dat een nieuwe Statenvoorzitter en twee vice-voorzitters zouden worden gekozen. We hebben in 2012 ook zoiets in Curaçao meegemaakt toen (toenmalig) Statenvoorzitter Asjes de Statenvergadering voor onbepaalde tijd schorste. De (waarnemend) voorzitter van de Staten heeft niet het recht, maar de plicht de vergaderingen van de Staten te leiden. De oplossing is hier het aanvragen van een (spoed)vergadering. Wordt aan dat verzoek geen uitvoering gegeven dan kunnen de betrokken Statenleden, net als destijds in Curaçao, zelf een vergadering bijeenroepen, en desnoods buiten de reguliere vergaderzaal laten plaatsvinden. Wanneer de voorzitter tegen de wens van de meerderheid van de Staten de vergadering sluit, is het immers niet meer dan natuurlijk dat die meerderheid die sluiting negeert en de vergadering voortzet onder ander voorzitterschap.
 
Staatsrecht is een boeiend en spannend onderwerp!
 
Bron: Karel's Legal Blog

Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank

THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.

Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang

In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.

Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt

  • Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
  • De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
  • Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.