Bestuursrecht op de Antillen

geschreven door Marije Schneider
donderdag, 09 september 2010

Pas geleden heb ik tijdens een zitting in een civiele zaak gepleit dat mijn wederpartij niet-ontvankelijk was. Mijn betoog luidde dat deze geen civiele vordering had moeten instellen, maar bij de bestuursrechter had moeten zijn.

De advocaat van de wederpartij had daarop als weerwoord dat het instellen van beroep geen 'met waarborgen omklede rechtsgang' was, want het bestuursrecht op de Antillen, dat was toch braakliggend terrein? De rechter, die al bijna tien jaar bestuursrechtelijke zaken afhandelde, was het gelukkig niet met hem eens, maar het geeft wel aan hoe hier door sommigen over het bestuursrecht wordt gedacht.

Dat kan misschien wel verklaard worden uit de ontwikkeling van het bestuursrecht op de Nederlandse Antillen. Een korte blik daarop.

Het Antilliaanse bestuursrecht is neergelegd in de Landsverordening administratief recht (Lar). De Lar is, nadat deze al jaren in de ijskast lag, op 1 december 2001 ingevoerd. In 1986 was al een poging gedaan om administratief recht in te voeren, maar destijds werd voorrang gegeven aan een nieuw Wetboek van Strafvordering. Prioriteiten moeten tenslotte gesteld worden. De invoering van bestuursrecht werd uiteindelijk toch wenselijk geacht. De Antilliaanse regering vond dat van administratieve rechtspraak een preventieve werking zou uitgaan, die van positieve invloed zou zijn op het openbaar bestuur. Een goed functionerend openbaar bestuur, zo werd gedacht, zou meer buitenlandse investeerders aantrekken, die houden van een klimaat van sociale rust, rechtszekerheid en voorspelbaarheid van het overheidsoptreden. Van bananenrepubliek naar een economisch florerende rechtsstaat, was kennelijk de gedachte.

Tot de invoering van de Lar kon de burger zich wenden tot de civiele rechter. Een vordering kon worden ingesteld op grond van onrechtmatige daad. Het nieuwe bestuursrecht werd gedeeltelijk gebaseerd op de oude Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen (Arob) en kent ook elementen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De invoering van de Lar zorgde daarom voor een hele omwenteling. Fictieve weigering, formele rechtskracht, kortsluiting? Een geheel nieuw begrippenapparaat – voor de Antilliaanse jurist, maar ook voor de Antilliaanse rechter. Niet elke rechter op de eilanden heeft dan ook – zelfs nu nog – erg veel affiniteit met dat formele bestuursrecht. Zo is het ook wel eens voorgekomen dat een rechter op een niet-ontvankelijkheidsverweer reageerde met: 'doe toch niet zo flauw, kunt u dat verweer niet gewoon laten vallen?'.

Uit een recent verschenen notitie van de Orde van Advocaten op Curaçao getiteld 'Lar-problematiek' blijkt daarnaast van klachten van advocaten over (met name) de wijze waarop het Gerecht omgaat met fictieve weigeringen. In het geval van een fictieve weigering van de overheid om te beslissen verzoekt de advocaat meestal om het geschil op verkorte termijn en vereenvoudigd af te doen. De Orde meent dat het vaak uitzonderlijk lang duurt voordat dergelijke zaken op zitting komen. Een termijn van zes maanden na het indienen van een verzoekschrift voordat iets van het Gerecht wordt vernomen, is geen uitzondering.

De Orde trekt de conclusie dat het Gerecht kennelijk niet of onvoldoende in staat is om te komen tot een voortvarende behandeling van ingediende beroepsschriften, maar levert wel meteen een oplossing; stel nadere eisen aan de bij het beroepschrift tegen een fictieve weigering mee te zenden stukken, zodat het Gerecht geen tijd kwijt is met het nagaan van de feiten. Het Gerecht dient dan, naar de mening van de Orde, standaard onmiddellijk uitspraak te doen wegens kennelijke gegrondheid van het beroep.

De ervaringen van de leden van de Orde deel ik op zichzelf niet, maar zelf bekruipt mij wel eens het gevoel dat niet elke rechter de formele aspecten van het bestuursrecht prettig vindt om mee te werken. Sommige beslissingen worden mij iets te veel op grond van de redelijkheid en billijkheid genomen, waarbij wordt voorbijgegaan aan valide, maar formele verweren.

Zo al met al lijken rechters en advocaten op de Antillen het bestuursrecht niet met volle overtuiging omarmd te hebben. Misschien moeten we het alle partijen makkelijk maken en terug gaan naar procederen op grond van onrechtmatige daad?

(Source: Mr. Online)

Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank

THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.

Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang

In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.

Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt

  • Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
  • De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
  • Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.