Bevoegdheid Gouverneur tot benoeming formateur - een beschouwing

IS DE GOUVERNEUR NOU TOT BENOEMING VAN EEN FORMATEUR BEVOEGD OF NIET?

Het lastige van ons staatsrecht is dat niet alles voor alle gevallen even precies is opgeschreven.
Ik doe een poging vanuit mijn visie op het staatsrecht enige helderheid te verschaffen. Daarbij ga ik niet in op de vraag of een demissionair interim-kabinet nu wel of niet wenselijk is. Die vraag laat ik graag ter beantwoording aan anderen over.
 
Het beginpunt is dat Asjes het functioneren van de Staten keer op keer gefrustreerd heeft. Uiteindelijk heeft hij op 24 augustus 2012 de Statenvergadering voor onbepaalde tijd geschorst. En dat nota bene nadat hij had geweigerd ook maar 1 statenlid het woord te laten voeren. Hij vond de door de statenleden aangedragen agendapunten niet relevant en weigerde die in behandeling te nemen. Asjes heeft in zijn eentje de Staten monddood willen maken. Vaststaat dat Asjes zijn bevoegdheden als voorzitter heeft misbruikt.
 
De meerderheid van de statenleden wilde uitdrukkelijk wel vergaderen. Asjes weigerde dat en beriep zich steeds op het Reglement van Orde dat niet in acht zou zijn genomen bij het aanvragen van een vergadering, maar dat deed hij zonder deugdelijke toelichting. Asjes was niet de onafhankelijke, onpartijdige en professionele voorzitter die hij had moeten zijn. Vaststaat dat een voorzitter van de Staten niet mag verhinderen dat de Staten bijeenkomen om te vergaderen. Asjes heeft dat wel continu getracht en dat is misbruik maken van de aan de voorzitter toegekende bevoegdheden. De bevoegdheid tot schorsing is niet bedoeld om persoonlijke of partijpolitieke doelen na te streven.
 
Uiteindelijk hebben individuele leden van de Staten besloten dan maar zelf een vergadering bijeen te roepen. Tezamen vormen deze leden de meerderheid. Ook de andere leden van de Staten zijn voor deze vergadering uitgenodigd, maar zij zijn niet komen opdagen. Asjes weigerde de leden de toegang tot hun eigen vergaderzaal, zodat zij naar een hotel moesten uitijken. De Staten, in vergadering bijeen, hebben de voorzitter en de vice-voorzitter van de Staten vervangen, alsmede moties van wantrouwen tegen leden van het kabinet aangenomen.
 
Volgens Asjes zijn die besluiten niet rechtsgeldig, omdat de vergadering niet door hemzelf was opgeroepen. Dus degene die stelselmatig weigert gewone vergaderingen te laten plaatsvinden en daarmee het functioneren van de Staten frustreert, veroordeelt de meerderheid van de leden omdat ze desondanks vergaderen en hun werk doen? Volgens Asjes kan alleen over zijn afzetting als voorzitter en over moties van wantrouwen worden gestemd, wanneer hij – Asjes zelf dus – dat toestaat; in alle andere gevallen niet. Misbruik zou dan echter worden beloond en zo zit ons staatsrecht zeker niet in elkaar. Ook Asjes moet de wil van de meerderheid respecteren.
 
Wat betreft de moties van wantrouwen heeft de Gouverneur zich niet gemengd in de vraag of die tot stand zijn gekomen in een rechtsgeldig gehouden vergadering. Vastgesteld wordt dat de meerderheid van de Staten (12 van de 21) zich voor de moties van wantrouwen heeft uitgesproken en aandringt op een nieuwe regering. De Staten hebben dus hun wil kenbaar gemaakt en dan maakt het niet zoveel uit of dat is gebeurd in een vergadering die niet door Asjes zelf is opgeroepen. Het staat immers vast dat, als Asjes wel gewoon zijn werk had gedaan en wel een vergadering had laten plaatsvinden, dezelfde moties zouden zijn aangenomen. Als de Staten aan de Gouverneur de wens te kennen geven een formateur te benoemen, dan bestaat daarmee staatsrechtelijk een basis voor de Gouverneur om daartoe over te gaan.
 
Overigens lijkt iedereen te zijn vergeten dat het kabinet Schotte zijn meerderheid is kwijtgeraakt doordat de heren Rozier en Cleopa hun steun aan dat kabinet hadden opgezegd.
 
Ook een demissionair kabinet kan worden weggestuurd. Nergens staat dat het niet kan. En het zou ook onzinnig zijn dat een demissionair kabinet tegen de wil van de Staten (die zelf nimmer demissionair zijn) zou kunnen blijven zitten. Het vertrouwensbeginsel is de norm, ook als een kabinet demissionair is. De Staten bepalen zelf of deze norm er is of niet; de gelding van die norm is niet afhankelijk van hetgeen in andere landen gebruikelijk is. Dat zich een vacuum kan voordoen als een heel kabinet in een keer zou worden weggestuurd, is hooguit een meer technisch probleem dat aandacht behoeft. Maar een belangrijk uitgangspunt van ons staatsrecht is dat een kabinet, ongeacht of het demissionair is, niet tegen de wil van de Staten mag blijven zitten. Artikel 29 lid 2 van de Staatsregeling van Curacao: “Indien een minister het vertrouwen van de Staten niet langer heeft stelt hij zijn ambt ter beschikking.”
 
Aangezien de Staten hebben verzocht om een nieuwe demissionaire regering stond het de Gouverneur vrij een formateur te benoemen. De bevoegdheid heeft hij. Het is niet zo, zoals door de MinPres gesuggereerd, dat de Gouverneur pas in actie kan en mag komen in het kader van de waarborgfunctie van het Statuut en dus eerst naar de koninkrijksregering zou moeten gaan. Voor de benoeming van een nieuwe regering is de medewerking van de huidige demissionaire regering ook niet nodig. Artikel 35 van de Staatsregeling van Curacao bepaalt voorts: “Het landsbesluit waarbij de minister-president wordt benoemd wordt mede door hem ondertekend.” De nieuwe minister president tekent dus mee wat betreft zijn eigen benoeming.
 
Wat zich hier de afgelopen weken en maanden heeft afgespeeld is uniek te noemen. Door het optreden van enkele individuen, die zich niet aan de democratische principes willen houden, zijn we in een constitutionele crisis beland. De Gouverneur heeft zich daarover laten voorlichten en heeft er kennelijk – en begrijpelijk – voor gekozen aan de wil van de meerderheid betekenis toe te kennen. De wil van de meerderheid had zich natuurlijk al op of rond 24 augustus 2012 kunnen en moeten vormen, namelijk in een Statenvergadering, maar dat is door 1 persoon verhinderd.
 
In de kern komen veel van de staatsrechtelijke discussies eigenlijk neer op de vraag voor welk principieel uitgangspunt in onze democratie wordt gekozen: (a) de regering eventueel tezamen met de voorzitter van de Staten bepalen de inhoud van het staatsrecht (en dus het staatsrechtelijk gewoonterecht) of (b) de (meerderheid van de) Staten bepalen de inhoud van het staatsrecht (en dus het staatsrechtelijk gewoonterecht). Er is natuurlijk maar 1 goed antwoord: (b). De meerderheid beslist. Dat de meerderheid daarbij aan grenzen is gebonden in een rechtsstaat is evident, maar dat doet aan het uitgangspunt niet af.
 
Dit is mijn analyse en mijn mening. Het staatsrecht is echter van ons allemaal. Ik eindig met een citaat:
 
“Wetgeving is het natuurlijke middel om de invloed en de macht van politieke partijen aan banden te leggen. Het volk dient daar bij het kiezen van politici en door middel van de macht van het parlement op toe te zien. Als volksvertegenwoordigers dat niet doen, behoren de kiezers andere vertegenwoordigers te kiezen. Als kiezers dat niet doen, is er geen kruid tegen gewassen. De enige manier waarop de autonomie van politici aan banden kan worden gelegd, ligt in de door kiezers te stellen eis tot wetgeving."
 
Bron: Mr. Dr. Douwe Boersema, Lezing ’50 jaar en verder’ (uitgesproken ter gelegenheid van de viering van 50 jaar Statuut in de Aula van de Universiteit van de Nederlandse Antillen)
 
By Karel Frielink
 
 

Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank

THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.

Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang

In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.

Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt

  • Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
  • De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
  • Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.