Toespraak Mr. Eunice Saleh Installatiezitting 27 januari 2017

Toespraak ter gelegenheid van de installatie van mr. E.A. Saleh tot president van het Hof
Excellenties, dames en heren,
Nadat bekend werd dat de RMR had besloten om mij voor te dragen als President van het Hof, waren de vele felicitaties uit alle hoeken hartverwarmend.
 
Opvallend was dat door de reacties heen als rode draad de vraag liep of ik de eerste vrouwelijke president ben, de eerste lokale President of de jongste en daarnaast de opmerking: “zo vader, zo dochter”.
 
Helaas heb ik degenen die deze vragen stelden moeten teleurstellen. Ik ben niet de eerste vrouwelijke President, ook niet de eerste lokale en evenmin de jongste.
 
En om met één van de lokale kranten te spreken: ook niet de eerste, maar de tweede uit het geslacht Saleh die president van het Hof wordt. Ik kan op dit moment hoogstens het volgende bieden: ik ben het eerste vrouwelijke kind van de jongste lokale President sinds - in ieder geval - 1979. Wat hier allemaal van zij, ik streef er naar om een eigen invulling te geven aan mijn nieuwe functie. Wellicht dat later zal blijken dat ik daarbij ergens de eerste in ben geweest.
 
De opmerking “zo vader, zo dochter” was op zich te verwachten. Ik ga geen analyse houden in hoeverre dat juist is. Uiteindelijk mag u vandaag van mij verwachten dat ik mijn visie op het Hof van de komende jaren met u deel. Dat zal ik ook zeker doen, maar niet dan nadat ik toch een uitstapje heb gemaakt naar het verleden. En dan bedoel ik het jaar 1989, het jaar waarin Jaime Saleh zijn afscheidsrede hield na 10 jaar de functie van President van het Hof te hebben vervuld. Opvallend is dat een aantal onderwerpen uit die toespraak nog steeds actueel is. Ik had bij wijze van spreken kunnen volstaan met het voorlezen van die toespraak. Maakt u zich geen zorgen: dat zal ik niet doen. 
 
Het Hof heeft sinds de invoering van de Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie op 10 oktober 2010 rechtspersoonlijkheid, een eigen budget, een eigen financiële administratie en afdeling HRM. De dagelijkse aansturing van het Hof vindt niet langer formeel uitsluitend plaats door de President, maar door een bestuur. De rol en taak van de President na 10 oktober 2010 en die van de President in 1979-1989 zijn dus niet langer helemaal vergelijkbaar. Toch zijn er kennelijk onderwerpen die tijdloos en immer actueel zijn. Ik doel op: toenemende complexiteit van zaken, automatisering, huisvesting, Caribisering en contact met de media. Ook in mijn toespraak zullen deze onderwerpen een plaats krijgen.
 
Van de President mag worden verwacht dat deze een koers uitzet en aangeeft welke richting het Hof de komende jaren uit gaat. Deze taak is voor mij vergemakkelijkt omdat het Hof, met medewerking van alle collega’s, in de periode van mei 2015 tot eind 2016 een visietraject heeft doorlopen, met als resultaat de formulering van een missie en visie, die niet lang voor mijn benoeming tot President zijn vastgesteld door het bestuur. Een betere timing had ik niet kunnen wensen.
 
In de missie, het bestaansrecht van het Hof, wordt benadrukt dat het Hof dienend is. Het Hof dient de rechtstaat met onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak. De visie van het Hof draait om verschillende kernwaarden die terugkomen in de volgende centrale doelen die wij voor de komende jaren hebben geformuleerd:
- Het vergroten van de toegankelijkheid van de rechtspraak
- Waarborgen van het vertrouwen in de rechtspraak
- Stimuleren van professionalisering en kwaliteit
- Verbeteren van klantvriendelijkheid
 
In het jaarplan 2017, met een doorkijk naar 2018 en verder, heeft het bestuur concrete activiteiten opgenomen om de geformuleerde doelstellingen te bereiken. Omdat wij niet pretenderen in één jaar alles te kunnen realiseren, is ervoor gekozen om ieder jaar één centrale doelstelling extra aandacht te geven.
 
In het jaar 2017 zal dat zijn professionalisering en kwaliteit. Dit doel wil het Hof bereiken door onder andere: het voortzetten van opleiding en coaching voor alle medewerkers van het Hof en het opstellen van een visiedocument voor kwaliteit van de rechtspraak. Dit alles om de, ook in deze tijd, toenemende complexiteit van zaken op kwalitatief hoog niveau te kunnen behandelen.
 
Onder professionalisering en kwaliteit valt ook: een pro-actievere externe communicatie. Het Hof heeft in de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan verbetering van interne en externe communicatie. Er is een communicatieplan opgesteld en persrichtlijnen. Zo kan de dienstverlening aan de pers op een betere en gestructureerde manier plaatsvinden. In de afgelopen twee jaren zijn daar positieve ervaringen mee opgedaan. Ook heeft het Hof een communicatiemedewerker aangesteld. Het is voor ons een genoegen om te vernemen dat de pers tevreden is met de positieve ontwikkelingen op dit gebied. Ons streven is de communicatie steeds verder te verbeteren en te professionaliseren.
 
Dat in het jaar 2017 het stimuleren van professionalisering en kwaliteit extra aandacht krijgt, wil niet zeggen dat de overige doelstellingen in het geheel niet aan bod komen. Ook op het gebied van toegankelijkheid van de rechtspraak, vertrouwen in de rechtspraak en verbetering van klantvriendelijkheid zullen activiteiten worden ondernomen.
 
Ik licht er een drietal uit.
 
Het opstellen van een visie op digitalisering, dat wil zeggen een duidelijk, gedragen beeld van een gedigitaliseerd Hof over vijf jaar. Speerpunten zullen in ieder geval zijn: implementatie van een nieuw zaaksregistratieprogramma, vernieuwing van de website, publicatie van uitspraken en een pilot digitaal procederen.
 
In 2017 zal een klantwaarderingsonderzoek worden gehouden, om na te gaan hoe onze klanten onze dienstverlening waarderen. Deze klanten zijn professionals (advocaten, zaakwaarnemers, overheidsdiensten) en rechtzoekenden die in persoon procederen. Uit dit klantwaarderingsonderzoek zal moeten blijken waar de komende jaren de focus op moet komen te liggen.
 
Voortgaan met het werven van lokale rechters. Het vertrouwen van het brede publiek in de rechtspraak wordt naar mijn idee mede gediend wanneer die rechtspraak een afspiegeling is van de samenleving. Het is de overtuiging van het Hof dat verdere Caribisering van het Hof voor de Landen en voor de rechtspraak van belang is. Daarbij verdient wel opmerking dat er een goede balans moet zijn, waarbij bijstand van rechters uit Nederland wenselijk blijft. Hiermee wordt verstarring voorkomen en wordt telkens nieuwe expertise ingebracht. Binnenkort zal weer worden geadverteerd voor opleidingsplaatsen. Er bereiken mij weleens geluiden dat men denkt dat het Hof een onneembaar fort is, dat het haast onmogelijk is om een opleidingsplaats te krijgen en uiteindelijk benoemd te worden tot rechter. Ik zal niet ontkennen dat het Hof hoge eisen stelt aan de kwaliteit van de rechters. Dat past bij de doelstellingen van professionalisering en kwaliteit. Van een onmogelijkheid is echter geen sprake. Met hard werken, doorzettingsvermogen en bevlogenheid is het te realiseren. Aan de ervaren juristen van onze landen die deze uitdaging aan willen gaan, een oproep om te solliciteren of om contact op te nemen voor een oriënterend gesprek.
 
Om in Caribische sferen te blijven: de ingezette versteviging van de banden in de regio zal ik voortzetten. In dat verband wil ik hier graag melden dat in september 2017 op Curaçao de CAJO conferentie wordt gehouden. CAJO staat voor Caribbean Association of Judicial Officers, en is een Caribische vereniging van rechterlijke ambtenaren, gevestigd in Trinidad en Tobago. CAJO houdt om de twee jaar een conferentie in één van de landen in het Caribisch gebied en dit jaar is Curaçao aan de beurt. De conferentie wordt inhoudelijk voorbereid door CAJO, het Hof neemt het logistieke deel en de sociale evenementen voor zijn rekening. De conferentie zal naar verwachting worden bezocht door meer dan 100 rechters uit het Caribisch gebied. Het is voor mij een grote eer om in het eerste jaar van mijn presidentschap als gastvrouw te mogen optreden van dit belangrijke evenement.
 
Voordat ik overstap naar het slotwoord, weer een uitstapje naar het verleden, ditmaal 3 1⁄2 jaar terug. Bij de afscheidsspeech voor mr. Hoefdraad, in augustus 2013, heb ik gezegd dat mr. Hoefdraad op de fundamenten van het oude Hof een nieuw Hof heeft weten op te trekken, tot aan de nok toe, waarbij ook met de afwerking een aanvang is gemaakt. En dat het aan ons was, om onder leiding van haar opvolger Evert Jan van der Poel, het werk over te nemen en voort te zetten.
 
Om voort te borduren op de beeldspraak van het Hof als gebouw, het huis van Justitie: Lisbeth Hoefdraad en Evert Jan van der Poel waren de bouwmeesters: zij hebben na 10 oktober 2010 het verzelfstandigde Hof gebouwd. Ik zie mijn rol als die van binnenhuisarchitect: ik zal het huis van Justitie verder inrichten, voor al mijn collega’s en voor de justitiabelen. In deze rol zal ik ernaar streven om de waardigheid van het huis te behouden, te zoeken naar optimalisering van de functionaliteiten daarvan, te onderzoeken hoe de kamers (de vestigingen van het Hof) beter ingericht kunnen worden om de functionaliteit te verbeteren. En wellicht te constateren dat hier en daar een uitbouw of verbouwing nodig is.
 
Dit alles kan ik niet alleen. Maar dat hoeft gelukkig ook niet. Ik kan als President van dit Hof mijn taak alleen maar volbrengen door een optimale interactie met de bestuursleden en alle collega’s. Hun getoonde loyaliteit, enthousiasme en betrokkenheid geven mij het vertrouwen dat ik er niet alleen voor sta. Ik zie ook uit naar een goede, vruchtbare samenwerking met de Beheerraad. Een samenwerking waarbij niet alleen de toezichthoudende, maar ook adviserende rol van de Beheerraad een plek krijgt. Ik heb er alle vertrouwen in dat wij samen de doelstellingen van het Hof zullen realiseren.
 
Tot slot, last but not least, mijn familie, gezin, Robert en Ziya, ouders, zus, broers en overige familieleden. Ik weet mij gesteund en die steun is de basis voor de kracht die ik nodig heb voor het vervullen van deze verantwoordelijke functie.
 
Ik dank u voor uw aandacht, danki pa boso atenshon!
 

Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank

THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.

Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang

In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.

Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt

  • Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
  • De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
  • Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.