Een stukje Nederland in de Cariben

Dinsdag, 15 mei 2012 - door een advocaat in de Cariben

Bonaire, Saba en St. Eustatius vormen staatsrechtelijk gezien onderdelen van het land Nederland. Dat brengt zijn eigen interessante vragen met zich. Interessant ook omdat, zoals altijd bij recht, allerlei sociale en historische aspecten in de rechtsvorming een cruciale rol spelen.

Het hoeft dan ook geen verwondering te wekken dat de diepgewortelde koloniale trekken van Nederland ook in de relatie tot deze (nee niet nieuwe landen maar) nieuwe delen van Nederland soms groteske vormen aannemen. Deze koloniale trekjes zijn niet zozeer zichtbaar op ministerieel en hoog politiek niveau. De dames en heren daar hebben inmiddels goed geleerd te luisteren en begrijpen op een enkele blonde uitzondering na over het algemeen wel hoe je op een fatsoenlijke manier met deze nieuwe situatie om moet gaan. Het probleem zit hem meer op het (lagere) ambtelijke niveau. Er wordt op de Caribische Nederlandse eilanden vaak een grondhouding ervaren zo van: “je moet blij zijn dat je bij Nederland mag horen en blij zijn met wat je toegeworpen krijgt en verder moet je je mond houden”. Uiteraard wekt dit grote irritatie en teleurstelling in de nieuwe delen van Nederland. Een goed voorbeeld is het voornemen (thans ook op politiek niveau gematerialiseerd) om art. 1 van de grondwet zodanig te veranderen dat het gelijkheidsbeginsel in Nederland niet voor alle delen (namelijk met name niet voor de Caribische delen) geldt. Ooit, in de aanloop tot de ontmanteling is terecht opgemerkt dat voorkomen moest worden dat het gelijkheidsbeginsel tot gevolg zou hebben dat aan de nieuwe delen van Nederland al te snel eisen zouden worden gesteld op het gebied van wetgeving en inrichting van bestuur die door de historie en kleinschaligheid niet op het gewenste moment zouden kunnen worden gerealiseerd. De toegestane ongelijkheid was dus uitdrukkelijk bedoeld om de nieuwe delen van Nederland te helpen en om het overgangsproces naar volledige integratie in Nederland te faciliteren. Slimmeriken (juristen en/of politici) hebben bedacht dat dit, eenmaal besloten zijnde, ook de weg opent om ongelijkheid te creëren de andere kant op: de mensen in de Caribische delen van Nederland hebben minder rechten dan de mensen in het continentale deel van Nederland. Hoe is het in vredesnaam mogelijk denk je dan; inderdaad. De ongelijkheid tussen de Caribische delen van Nederland en het continentale deel van Nederland kan uitsluitend worden gelegitimeerd wanneer deze in het voordeel is van de Caribische delen van Nederland. Voor zover het niet direct in het voordeel van deze Caribische delen is, moet dit van geval tot geval in voldoende mate gerechtvaardigd kunnen worden en zal hieraan een beperking in de tijd moeten worden verbonden, bijvoorbeeld een periode van 5 of uiterlijk 10 jaar na het moment van de ontmanteling (10-10-10).
 
Ondertussen heeft zich, met de val van het Nederlandse kabinet, een interessante test case gepresenteerd, die mijns inziens in grote mate zal bepalen hoe de discussie over deze zogenoemde ongelijkheid zich verder gaat ontwikkelen. De inlijving van de Caribische delen bij Nederland betekent immers dat de inwoners van deze eilanden voor het eerst mogen meedoen met de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer op 12 september 2012. Zowel in politiek Den Haag als op de eilanden was met dit scenario geen rekening gehouden. Het is dan ook de vraag of de eilanden genoeg tijd en middelen (waaronder training en voorlichting van de ambtenaren op de eilanden die de organisatie van de verkiezingen feitelijk op zich zullen nemen) krijgen om de organisatie rondom de verkiezingen in de Caribische delen op poten te zetten. Tweede Kamer lid Ortega-Martijn heeft hierover vragen gesteld aan de Minister van Binnenlandse Zaken. Maar voor alsnog is het wachten op de antwoorden, nu eerst een stap terug Wat maakt het eigenlijk uit? Gezamenlijk hebben de eilanden ongeveer 16.000 kiesgerechtigden met als gevolg dat ze zelfs bij een goede opkomst de kiesdeler niet zullen halen. Het is dan ook de vraag of politici de moeite zullen nemen campagne te voeren op de eilanden. De inwoners van de eilanden beseffen dit maar al te goed. De afstanden zijn groot en op staatsrechtelijk niveau hebben de eilanden in de huidige structuur geen enkele vorm van invloed. De ervaring “je moet blij zijn dat je bij Nederland mag horen en blij zijn met wat je toegeworpen krijgt en verder moet je je mond houden” krijgt zo plotseling wel vaste vormen van realiteit. Het is dan ook nog maar de vraag of de opkomende verkiezingen de binding tussen de Caribische delen en het continentale deel van Nederland ten goede zal komen.
 
Voor de opkomende verkiezingen is het te laat, maar de decision makers doen er goed aan de idee achter de toegestane ongelijkheid in acht te nemen en een structuur te creëren waarin de Caribische eilanden, al dan niet gezamenlijk, een politieke vertegenwoordiging krijgen in de Tweede Kamer.
 
Terugkomend op het voornemen van Nederland om artikel 1 van de grondwet aan te passen. Als je cynisch genoeg bent zou een dergelijk voornemen ook iets anders kunnen betekenen, namelijk dat de grondhouding van Nederland ten opzichte van deze Caribische delen van het land eigenlijk zo negatief is, dat men hoopt dat door dit soort wetgeving deze Caribische delen vanzelf wel zullen besluiten om de rug naar Nederland te keren. Het zou me niet verbazen als dat inderdaad gaat gebeuren. Wat een gemiste kansen! Welk land zou er geen vreugde in scheppen om voor een paar luttele centjes (het gaat echt om drie keer niks: de totale begrotingen van de drie BES-eilanden vormen nog geen duizendste deel van een procent van de Nederlandse begroting) heb je een Caribische achtertuin met een heuse berg, een fantastische onderwaterwereld, altijd goed weer, aardige hardwerkende mensen en een perfecte springplank naar Midden- en Zuid-Amerika. Kom op Nederland, word eens wakker, zet je benepen vizier af en word groot!

( Source Mr.)

Een advocaat in de Cariben

Wij zijn Nederlands Caribische advocaten en werken op Aruba, Bonaire, Curaçao en St. Maarten. Via deze blog lees je wat de bijzonderheden zijn van het werken als advocaat in de Nederlandse Cariben, zoals bij ons kantoor. Beleef de advocatuur in de tropen op afstand mee.

Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank

THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.

Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang

In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.

Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt

  • Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
  • De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
  • Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.