Uitspraak Raad voor Journalistiek over klacht Gerrit Schotte tegen Brandpunt

WILLLEMSSTAD - Voormalig premier Gerrit Schotte heeft vorig jaar een klacht ingediend tegen de makers van de televisie-uitzending ‘Commotie op Curaçao‘die KRO Brandpunt op 15 april aan hem wijdde. De Raad voor de Journalistiek oordeelde deze week dat deze klacht deels gegrond is.

 
De Haagse advocaat Sikke Kingma van advocatenkantoor Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn heeft namens ex-premier Gerrit Schotte de klacht ingediend tegen de hoofdredacteur van het KRO-programma Brandpunt, presentator Sven Kockelman en de programmamakers Foeke de Koe en Dirk Schouten. De aanklacht werd vorig jaar juni verstuurd.
 
 
Dat meldt de Raad voor de Journalistiek. De klacht is ingediend naar aanleiding van de reportage ‘Commotie op Curaçao‘ dat op 15 april vorig jaar is uitgezonden. Hierin is aandacht besteed aan Schotte, de toenmalige minister-president en minister van Algemene Zaken. Aanleiding voor het programma zijn onder meer de screening van Schotte en een aantal andere leden van het kabinet van Curaçao door de Veiligheidsdienst van het eiland, een uitgelekt memo daarover van de Veiligheidsdienst, verklaringen van een medewerker van de Veiligheidsdienst over de kwestie en de reactie vanuit de Nederlandse politiek op de situatie in Curaçao.
 
De eindredacteur van het programma, Bas van der Ham, heeft geantwoord in een brief en de aan de Raad verzocht om bemiddeling. Kingma heeft in op 26 juli vorig jaar in een e-mail laten weten dat Schotte een bemiddeling niet op prijs stelt. Hierop heeft Juridische Zaken van de KRO op 12 september een brief gestuurd met tien bijlagen waarin antwoord wordt gegeven op de klacht namens de verweerders .
 
Op 21 december is de zaak behandeld door de Raad. Advocaat Kingma is namens Schotte verschenen.  Aan de zijde van de verweerders waren Van Dijk van Juridische zaken en De Koe aanwezig. Volgens Schotte stelt de uitzending ernstige beschuldigingen aan zijn adres, zonder dat hij behoorlijk in de gelegenheid is gesteld op de aantijgingen te reageren. Vier dagen voordat het programma is uitgezonden heeft De Koe voor het eerst contact opgenomen met de pr-medewerker van de ex-premier die liet weten dat hij op 13 april een interview kon geven. Ter voorbereiding heeft de medewerker De Koe gevraagd om nadere informatie over de reportage. De Koe zou daarover weer contact opnemen, maar heeft dat niet gedaan. De pr-medewerker heeft vervolgens het telefoonnummer van De Koe achterhaald en deze op 12 april gebeld. Deze bleek alweer terug te zijn in Nederland, zodat een interview niet meer mogelijk was. Daarom heeft de medewerker per e-mail een aantal documenten aan De Koe toegestuurd.
 
Volgens de aanklager is de tijdsdruk onredelijk te noemen omdat de verweerders al enige tijd bezig waren met de voorbereiding van de reportage en wel alle tijd hebben genomen om afspraken te maken met PAR-lid Omayra Leeflang en David Dick. Schotte wijst erop dat de kwestie van het uitgelekte memo en overige stukken al maanden bekend waren. Daar komt bij dat sommige aantijgingen, zoals door Van Raak en Dick zijn gedaan, helemaal niet aan de klager zijn voorgelegd.
 
De verweerders stellen dat voldoende wederhoor is toegepast. Zowel tijdens zijn verblijf als in de aanloop naar de montage heeft De Koe op diverse manieren getracht tijdig een interview te krijgen met Schotte. Ter zitting benadrukt De Koe dat hij vijf dagen voor de uitzending op Curaçao aanwezig was (twee dagen eerder dan de cameraploeg) om afspraken te maken. Tijdens het contact op 11 april vorig jaar met de pr-medewerker van Schotte heeft De Koe duidelijk gemaakt dat hij het liefst een interview zou willen met de toenmalige premier. In een later contact diezelfde dag bleek dat Schotte niet in het land was. De pr-medewerker liet toen weten dat ze wel wilden meewerken, maar dat ze daarvoor eerst meer informatie nodig hadden. Volgens de pr-medewerker zou er niets beter zijn dan dat de vragen per e-mail werden gestuurd, zodat die ook per e-mail konden worden beantwoord. Op de vraag van De Koe of er niet op camera gereageerd kon worden, antwoordde de pr-medewerker ‘dat niemand hierover iets zou kunnen zeggen voor de camera’.
 
De Raad heeft dinsdag haar oordeel naar buiten gebracht. Voor zover de klacht betrekking heeft op onvoldoende toepassing van wederhoor is deze gegrond. Voor het overige is de klacht ongegrond. De Raad verzoekt verweerders bij voorkeur aan deze beslissing aandacht te besteden in een uitzending van Brandpunt en anders deze beslissing integraal of in samenvatting op hun website dan wel in een ander daartoe geëigend medium te publiceren.
 
 
Related article:

Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank

THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.

Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang

In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.

Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt

  • Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
  • De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
  • Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.